zaterdag 25 januari 2014

Ik

1e Generatie

- Ik ben...
- Ik heet Elisabeth, maar niemand heeft me ooit zo genoemd. Mijn vader keek even naar me toen ik geboren werd en moet gedacht hebben dat ik het gezicht had van een deftig en droevig iemand zoals een ouderwetse koningin of een overleden persoon, maar ik ben heel gewoon geworden, niks bijzonders (bron 79)
Ik was op zoek naar een afbeelding waarin wat terug te vinden was over een hotelkamer en het liefst ook Anna, die toch in de de populaire film 'Frozen' zei dat ze heel gewoon was. Met deze trefwoorden kwam ik hier terecht. Eigenlijk slaat het nergens op, maar ik vond het toch wel mooi. Hieronder plaats ik voor de volledigheid toch nog een Anna voor de volledigheid. De  bron van deze foto is overigens: http://valiesjes.blogspot.nl/2015_07_01_archive.html

- Ik was nog in Amsterdam toen ik voor het eerst in jaren over mijn moeder droomde. Ik zat al meer dan een week opgesloten in mijn hotel, bang om iemand te bellen of naar buiten te gaan, en mijn hart kromp ineen bij de onschuldigste geluiden: de liftbel, een rammelend serveerwagentje, zelfs kerkklokken die het uur sloegen, de Westertoren... (bron 12)
- Ik word naar een klein, kleurloos kamertje gebracht en krijg te horen dat ik daar moet blijven wachten. Er staan zes onbezette, bruine kunststof stoelen tegenover elkaar op versleten linoleum. In een van de hoeken zie ik een groene kunstplant, de glimmende bladeren bedekt met stof. Ik doe wat me is verteld. Ik ga zitten Mijn bovenbenen trillen... (bron 73)

Geen deftige Elisabeth, maar gewone Anna, maar dan wel in de goede betekenis van het woord. Mijn associatiewereld is momenteel zo verkleind dat ik niet veel verder kom dan de film Frozen (zie bron 79)
- Ik zit met P. op de achterbank van een auto. Het is nacht. Aan het stuur zit een man. Hij is een mengeling van een Russische geleerde en de professor van de vakgroep Psychologie. Wij zijn op onbekend terrein in de bergen. We rijden met hoge snelheid een berg op. Op de top aangekomen gaat de bocht naar links, maar de bestuurder ziet het niet en rijdt rechtdoor. Ik besef dat dit het einde is. Ik zeg tegen de anderen: 'We gaan neerstorten. Het zal een vreselijke klap geven. Probeer de klap op te vangen met je lichaam. Daarna, als we dood zijn, zal je een wit licht zien waar we naartoe gaan." (bron 84)

1 opmerking:

  1. Voor het eerst sinds april 2014 voer ik weer eens een boek in. Het heeft geleid tot de derde 'ik' door een boek uit 2009 van Tatiana de Rosnay. Een impuls om dit project weer op te pakken is voortgekomen uit de start van een boekwinkeltje op boekwinkeltjes.nl, waar ik werk onder de naam 'Jonkerboeken' (http://jonkerboeken.boekwinkeltjes.nl/).

    BeantwoordenVerwijderen